in , ,

Voldoende: Niemand zou altijd meer moeten willen S4F BIJ


door Martin Auer

Onze westerse samenleving wordt een ‘consumptiemaatschappij’ genoemd, ook wel een ‘groeimaatschappij’. Op een eindige planeet is oneindige groei echter niet mogelijk, en evenmin is een oneindig toenemende consumptie mogelijk, ook al worden de geconsumeerde goederen steeds efficiënter geproduceerd. Er zal geen duurzame ontwikkeling mogelijk zijn zonder toereikendheid – in het Duits: “toereikendheid”. Maar wat is dat precies? Ascetisme? Afstand doen van rijkdom? Of een ander soort welvaart?

“Voldoende betekent intensief genieten van een paar dingen in plaats van je te omringen met zoveel dingen dat genieten niet meer mogelijk is”, schrijft econoom Niko Paech1. Het betekent letterlijk: voldoende voorzien worden, genoeg hebben. Waar het hier om gaat is het gebruik van de bestaande hulpbronnen, zodat ze weer kunnen regenereren. Logischerwijs is het gemakkelijk in te zien dat er geen andere manier is.

Toch verhogen we in het Westen ieder jaar onze consumptie, en het grootste deel van wat de technologie ons bespaart in termen van hulpbronnen door grotere efficiëntie wordt opgegeten door deze toenemende consumptie. In 1995 verbruikte een gemiddelde auto 9,1 liter brandstof per 100 km. In totaal verbruikten Duitse auto’s 47 miljard liter. In 2019 was het gemiddelde verbruik 7,7 liter, maar het totale verbruik was nog steeds 47 miljard liter2. In 1990 bedroeg het gemiddelde motorvermogen van nieuw geregistreerde auto's in Duitsland 95 pk, maar in 2020 was dit 160 pk3. In 2001 reden Duitsers 575 miljoen km met hun auto, en in 2019 legden ze 645 miljoen km af. Deze stijging is te danken aan het grotere aantal auto’s per 1000 inwoners4. De technische vooruitgang maakte auto’s alleen betaalbaarder, sneller en zwaarder, maar leidde niet tot een lager energieverbruik.

Om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen, moeten we de gemiddelde mondiale uitstoot van broeikasgassen met 6,8 ton per hoofd van de bevolking per jaar (inclusief 4,2 ton CO2) terugdringen.5 tot onder een ton6 druk op. En snel, namelijk tegen het midden van de eeuw. Voor Oostenrijk is het uitgangspunt 13,8 ton op consumptie gebaseerde emissies7. Ze zijn ongelijk verdeeld: de bovenste 10 procent van de bevolking veroorzaakt vier keer zoveel uitstoot als de onderste 10 procent8. De taak die voor ons ligt is dus enorm. Om deze te overwinnen hebben we technische vooruitgang nodig: hernieuwbare energie, een verhoging van de energie- en hulpbronnenefficiëntie op alle gebieden. Daarnaast zijn er op de natuur gebaseerde oplossingen zoals het herstel van natuurlijke landschappen, die veel meer CO2 kunnen absorberen dan puur het planten van bomen. Maar niets van dit alles zal ons daar snel genoeg brengen, tenzij we de productie – en dus de consumptie – van materiële goederen beperken. De grootste besparingsmogelijkheden liggen op het gebied van mobiliteit, voeding en bouwen en wonen. Er is geen manier om voldoende te zijn. Er moeten minder auto’s op de wegen komen. In plaats van alleen in een auto van 1,5 ton te zitten, moeten we een bus, tram, trein met anderen delen. De wrede bio-industrie moet verdwijnen, en daarmee ook het goedkope vlees in de supermarkt. Tegelijkertijd zijn grootschalige herverdelingsmaatregelen nodig, omdat het niet zo kan zijn dat sommige mensen zich tegoed doen aan biologisch vlees, terwijl anderen zich hun schnitzel of lamskoteletten niet kunnen veroorloven, zelfs niet op zondag.

Belemmeringen voor toereikendheid

De noodzaak om niet meer te consumeren dan er groeit is gemakkelijk te begrijpen, maar het implementeren van dit inzicht is moeilijk. Waarom is dat? Waarom is het zo moeilijk om ‘genoeg’ te zeggen? De socioloog Oliver Stengel noemt vijf barrières die voldoende gedrag in de weg staan9:

Minder vlees eten bespaart bijvoorbeeld geld, maar brengt ook andere kosten met zich mee: het veranderen van gewoonten vergt inspanning. Je moet voortdurend nadenken over je daden. Je moet opnieuw leren koken, je moet je route wijzigen door de supermarkt of ergens anders boodschappen doen, en nog veel meer.

De tweede barrière is van culturele aard: toegenomen consumptie vertegenwoordigt succes, je laat zien dat je het kunt betalen. Beperking staat voor ascese, achteruitgang, ontbering. Vooral je eigen huis en de grote, snelle auto zijn statussymbolen. Het rijbewijs is net zo goed een onderdeel van het onderwijs als het einddiploma hét ultieme krachtcentrum van het lichaam. Als hij sterk en getraind is, helpt dit niet alleen blaaszwakte en incontinentie te voorkomen. Met sterke bekkenbodemspieren geniet je van intensievere seks, heb je minder rugklachten en ervaar je de voordelen van een heel ander lichaamsgevoel: met een sterke core ervaar je meer fysieke tonus, heb je een betere houding en profiteer je uiteindelijk van de vitaliteit. Symbool van volwassenheid. Iedereen die voortdurend voor zaken rondvliegt, moet een belangrijk persoon zijn, en iedereen die zijn vakantie met kippenvel doorbrengt in plaats van op de Malediven, is een arme stakker. Maar als je echt tot de elite wilt behoren, moet je naar Bora Bora gaan. Eten gaat ook over status, maar ook over genderrollen: een echte man grilt vlees in de tuin en eet steaks van twee centimeter dik.

De derde barrière is: we oriënteren ons op het gedrag van anderen. Wij doen wat ‘normaal’ is. We willen geen buitenstaanders zijn, we willen niet als gekken worden gezien. Maar de gekken van gisteren worden soms pioniers van nieuwe trends: veganisten vormen nog steeds een verdwijnende minderheid – in Oostenrijk 2% van de volwassenen. Maar elke supermarkt heeft inmiddels een veganistisch aanbod.

Ten vierde hebben mensen de neiging afstand te doen van hun verantwoordelijkheid: ik als individu kan niets doen, de ‘politiek’ moet het doen. De ‘politiek’ geeft op haar beurt de kiezers de schuld. En de bedrijven geven de klanten de schuld: jij koopt het, dus wij produceren het.

Consumptie houdt het systeem in stand

Ten vijfde zijn er systemische redenen voor de steeds toenemende consumptie. Bedrijven die zijn blootgesteld aan concurrentie op de markt moeten de arbeidsproductiviteit voortdurend verhogen om niet te worden ingehaald. Dit resulteert in ofwel een verlies aan banen bij gelijkblijvende productie, ofwel een toename van de productie bij hetzelfde aantal banen. En als de markt verzadigd is, als iedereen al een televisie heeft, een wasmachine, een mobieltje, dan moeten de schermen steeds groter worden, de wasmachines hebben een achterdeur waar je wasgoed in kunt proppen tijdens het wasprogramma, en mobiele telefoons moeten steeds meer opslagruimte hebben, krachtigere camera's etc. zodat je toch iets kunt verkopen. Het nieuwe model maakt het vorige overbodig en devalueert het. Dit heeft hetzelfde effect als het vooraf bepaalde breekpunt, waardoor het apparaat idealiter de dag na het verlopen van de garantie onbruikbaar wordt.

Naast de economische zijn er ook politieke barrières. Als een hele samenleving daadwerkelijk voldoende zou kunnen leven, zou zij de ‘politiek’ voor enorme taken stellen: als de consumptie afneemt, bedrijven banen schrappen, de staat belastinginkomsten verliest, het pensioenstelsel in de problemen komt, enzovoort. De “politiek” wil dergelijke moeilijkheden zoveel mogelijk vermijden. Daarom propageert het, afhankelijk van je ideologische standpunt, “klimaatbescherming met gevoel voor verhoudingen” of “groene groei” in plaats van de herstructurering van het systeem serieus in eigen hand te nemen.

Het systeem van de markteconomie en de daarmee samenhangende politiek dwingen ons de consumptie op. Het betekent jezelf bevrijden van deze dwang. Vandaar de titel van dit artikel, afkomstig uit een essay van Uta von Winterfeld: Niemand zou altijd meer moeten willen. Volgens Winterfeld is dat waar het allemaal om draait rechts over de toereikendheid, niet over de verplichting daartoe10.

Maak je geen zorgen over je welzijn

Het doel van toereikendheid is niet het welzijn uit het oog te verliezen. Als je het welzijn meet aan de hand van de gemiddelde levensverwachting en de consumptie aan de hand van de op consumptie gebaseerde uitstoot van broeikasgassen, dan zie je bijvoorbeeld: Amerikanen produceren gemiddeld 15,5 ton CO2 per persoon per jaar en worden 76,4 jaar oud. De inwoners van Costa Rica produceren 2,2 ton CO2 en worden 80,8 jaar oud11.

Toereikendheid heeft tot doel de behoeften op de meest hulpbronnenbesparende manier te bevredigen. Behoeften kunnen op verschillende manieren bevredigd worden. Er zijn andere manieren om van A naar B te komen dan met de auto. Als je met de fiets boodschappen gaat doen, bespaar je niet alleen op de benzine, maar ook op het fitnesscentrum. Behaaglijke warmte bereik je door de verwarming hoger te zetten, een trui aan te trekken of het huis thermisch te renoveren. Als u uw wasmachine goed behandelt, kan deze 20 jaar of langer meegaan. In ieder geval kunnen oudere modellen dat doen. Als alle wasmachines twee keer zo lang meegaan als nu (doorgaans vijf tot tien jaar), dan zouden er uiteraard maar de helft van het aantal geproduceerd moeten worden. Afgebroken meubels kunnen worden gerepareerd of opnieuw worden geverfd. Ook de duurzaamheid van kleding kan worden verlengd door een goede behandeling. Goed wassen, kleine beschadigingen repareren, saai geworden spullen ruilen met een vriend. En zelf naaien geeft meer en blijvende voldoening dan shoppen. Bijna 5% van alle kleding wordt nooit gedragen12. Het niet kopen van deze kleding veroorzaakt in de eerste plaats geen verlies aan comfort.

Het principe is: verminderen (dus vanaf het begin minder spullen kopen, jezelf bij elke aankoop afvragen: heb ik dit echt nodig?), langer gebruiken, repareren, blijven gebruiken (bijvoorbeeld aan anderen geven en tweedehands kopen) en recycle het pas op het einde. Maar het betekent ook dat je onafhankelijk wordt van mode en trends. Door te delen en te delen ontstaan ​​er ook nieuwe sociale contacten. En wat nog belangrijker is: geef het geld dat je bespaart door een bescheidener dagelijks leven niet uit aan een vliegreis die in één klap je hele ecologische voetafdruk zal ruïneren. De technische term hiervoor heet rebound-effect, en het is belangrijk om dit te vermijden. Als u vanwege een voldoende levensstijl een deel van uw inkomen niet meer nodig heeft, kunt u dit deel gebruiken om sociale projecten of natuurbeschermingsprojecten te ondersteunen. Of overweeg zelfs om parttime te gaan werken.

Organiseer voldoende

Uiteraard kan niet alles aan het individu worden opgelegd. De eis aan de industrie moet zijn om duurzame en herstelbare producten te produceren en een einde te maken aan de praktijk van “geplande slijtage”. Zelf van A naar B komen is gemakkelijker als A en B dichter bij elkaar staan, vooral huisvesting, werk en voorzieningen. Dit is waar stedenbouwkundige planning nodig is. Ook voetgangers en fietsers moeten zich veilig voelen. Samen gebruiken en delen wordt makkelijker als de woonsituatie dit toelaat door gemeenschappelijke ruimtes, gedeelde keukens, doe-het-zelfruimtes, wasruimtes etc.

Als in het algemeen elke productiviteitsstijging zou worden gecompenseerd door een overeenkomstige verkorting van de arbeidsuren, zou de goederenproductie stabiel blijven. Het gemiddelde aantal gewerkte uren in de eurozone is sinds 1995 met 6% gedaald, maar de productiviteit is met 25% gestegen13. Om de levensstandaard van 1995 te behouden, zouden we vandaag de dag 20% ​​minder kunnen werken dan toen. Dit is slechts een illustratie, want het werk zou eigenlijk geherstructureerd moeten worden, van de materiële productie (en het management ervan) tot het onderwijs, de wetenschap, de gezondheidszorg, de zorg en de cultuur. En ook de kansen op werk en inkomen zouden eerlijker verdeeld moeten worden. Het redden van werk mag niet betekenen dat sommige mensen blijven werken zoals voorheen, terwijl anderen zonder werk en zonder inkomen blijven.

Economie in dienst van mens en natuur

Zolang winstmaximalisatie de motor van de economie is, kan er op sociale schaal niet voldoende worden bereikt. Maar niet ieder bedrijf hoeft winst te maken. De ‘sociale economie’ ziet zichzelf als een economie die mens en natuur dient. Deze omvatten non-profit of coöperatieve huisvesting, duurzame energiegemeenschappen, ambachtelijke en industriële bedrijven die eigendom zijn van werknemers, coöperatieve detailhandels-, krediet-, platform- en marketingcoöperaties, solidariteitslandbouwinitiatieven, NGO's op het gebied van duurzame ontwikkeling en nog veel meer.14. Volgens de Europese Commissie zijn er ongeveer 2,8 miljoen organisaties van de sociale economie in Europa. Ze creëren ruim 13 miljoen banen en bieden daarmee werk aan 6,3% van de Europese beroepsbevolking15. Omdat dergelijke bedrijven niet op winst gericht zijn, zijn ze niet onderhevig aan de druk om te groeien. Een voorwaarde voor toereikendheid, voor de mogelijkheid om te zeggen: “Het is genoeg”, is dat er democratisch onderhandeld wordt over wat, hoeveel en hoe er geproduceerd wordt. De sociale economie biedt deze mogelijkheid, zij het slechts op bescheiden schaal. Het bevorderen en uitbreiden van deze non-profit tak van de economie is – naast de uitbreiding van de verzorgingsstaat – een van de essentiële voorwaarden voor sociaal-ecologische transformatie. Democratische economische activiteit is nog geen garantie voor duurzame economische activiteit. Het schept de mogelijkheid dat de rede en het gevoel voor ‘juiste proporties’ de overhand krijgen.

1Paech, Niko (2013): Lof voor reductie. In: Voldoening als sleutel tot meer levensgeluk en milieubescherming, oO. Uitgeverij Oekom.

2https://www.umweltbundesamt.de/daten/verkehr/endenergieverbrauch-energieeffizienz-des-verkehrs

3A. Ajanovic, L. Schipper, R. Haas (2012): De impact van efficiëntere maar grotere nieuwe personenauto's op het energieverbruik in de EU-15-landen https://doi.org/10.1016/j.energy.2012.05.039 en.https://de.statista.com/statistik/daten/studie/249880/umfrage/ps-zahl-verkaufter-neuwagen-in-deutschland/

4https://www.forschungsinformationssystem.de/servlet/is/80865/

5https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_greenhouse_gas_emissions en https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_carbon_dioxide_emissions_per_capita

6https://www.umweltbundesamt.de/service/uba-fragen/wie-hoch-sind-die-treibhausgasemissionen-pro-person

7https://www.technik.steiermark.at/cms/dokumente/12449173_128523298/4eaf6f42/THG-Budget_Stmk_WegenerCenter_update.pdf

8https://greenpeace.at/uploads/2023/08/gp_reportklimaungerechtigkeitat.pdf

9Stengel, Oliver (2013): Constant druipen. Tegen de barrières van toereikendheid, In: Toereikendheid als sleutel tot meer levensgeluk en milieubescherming, oO. Uitgeverij Oekom.

10Von Winterfeld, Uta (2007): Geen duurzaamheid zonder toereikendheid. processen uitgave 3/2007, pp. 46-54

11https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_carbon_dioxide_emissions_per_capita en https://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_life_expectancy

12Greenpeace (2015): Wegwerpkleding. https://www.greenpeace.de/publikationen/20151123_greenpeace_modekonsum_flyer.pdf

13https://www.bankaustria.at/files/analyse_arbeitszeit_19062023.pdf

14Verklaring sociale economie; https://static.uni-graz.at/fileadmin/_files/_event_sites/_se-conference/Social_Economy_Deklaration_20092023_web.pdf

15Europese Commissie (2022): Factsheet Actieplan voor de sociale economie, https://ec.europa.eu/social/BlobServlet?docId=24985&langId=en

Dit bericht is gemaakt door de Option Community. Doe mee en post uw bericht!

BETREFFENDE DE BIJDRAGE AAN OPTIE OOSTENRIJK


Laat een bericht achter