in ,

Social Business - Economie met meer waarde

Sociaal werk

Werner Pritzl runt een bedrijf dat de weg vrijmaakt voor mensen om weer op de arbeidsmarkt te komen. Met trainingen, aanvullende kwalificaties en andere bijscholingsmaatregelen. Deze dienst aan de samenleving is geen individueel bedrijfsonderdeel, maar een bedrijfsdoel. "Transjob" is een sociaal integrerend bedrijf: "We krijgen overheidsfinanciering, onder meer van de arbeidsmarktdienst. Want elke persoon die via ons werk werk vindt, brengt geld naar de staat en kost het minder.”

Impact : Investering = 2 : 1

Deze investeringen in de samenleving betalen zich uit. En in een mate die tot voor kort ver onderschat werd. Daartoe presenteerden Olivia Rauscher en haar collega's van het Competence Center for Nonprofit Organizations and Social Entrepreneurship van de Vienna University of Economics and Business de resultaten van hun onderzoek. Hieruit blijkt dat elke euro die wordt geïnvesteerd in de integratie van kansarmen op de arbeidsmarkt, een tegenwaarde van 2,10 euro oplevert. In totaal zijn 27 Neder-Oostenrijkse bedrijven onderzocht met behulp van een zogenaamde SROI-analyse. Dit staat voor "Social Return on Investment", meet het voordeel van de belanghebbenden, evalueert het in monetaire termen en vergelijkt het met de investeringen. “De samenleving is gebaat bij een impact die twee keer zo groot is als de investering. De publieke sector int extra belastingen, de AMS spaart werkloosheidsuitkeringen, het gezondheidssysteem geeft minder uit aan mensen die ziek worden als gevolg van werkloosheid", legt studieauteur Olivia Rauscher uit.

Sociaal werk

Er zijn veel definities van 'social business'. De verplichte criteria omvatten een sociale of ecologische impact als organisatiedoel en voorzien in geen of zeer beperkte winstverdeling, maar in herinvestering van het overschot. Er moeten marktinkomsten worden gegenereerd voor de zelfvoorziening van het bedrijf en idealiter zouden werknemers en andere "belangrijkste belanghebbenden" moeten deelnemen aan de positieve effecten. Een mappingstudie van de Weense Universiteit voor Economie en Bedrijfskunde schat het aantal sociale ondernemingen in Oostenrijk volgens deze definitie op 1.200 tot 2.000 organisaties - d.w.z. start-ups en gevestigde non-profitorganisaties. 5,2 procent van alle werknemers werkt in de sociale economie en de non-profitsector, de bruto toegevoegde waarde bedraagt ​​bijna zes miljard euro. Sinds 2010 zijn beide waarden sneller gestegen dan die van de economie als geheel. Een indicatie van hoeveel dit gebied in opkomst is. Economische experts schatten de toekomst van 1.300 tot 8.300 sociale ondernemingen in 2025. Met andere woorden: het aantal organisaties zal de komende tien jaar minimaal verdubbelen. In 2015 financierde de AMS deze organisaties, bekend als "socio-economische bedrijven" of "non-profit werkgelegenheidsprojecten", voor een totaalbedrag van ongeveer 166,7 miljoen euro.

Social Business: Maatschappelijke meerwaarde in plaats van maximale winst

Het oplossen van maatschappelijke problemen met ondernemende benaderingen is in de mode. Wat liefdadigheidsverenigingen en hulporganisaties zonder winstoogmerk vroeger deden, wordt nu een sociaal bedrijfsmodel voor sociale ondernemers. “Traditionele bedrijven hebben in principe het doel om winst te maken. NGO's (Non-Governmental-Organizations.) willen het ronduit zeggen om de samenleving te verbeteren. Sociaal ondernemers proberen beide te combineren, dwz ze willen maatschappelijke problemen oplossen met een ondernemende aanpak. Dergelijke bedrijven staan ​​dicht bij het denken over sociale impact. Maar conventionele bedrijven moeten ook hun maatschappelijke impact laten zien. Ik weet zeker dat veel bedrijven positieve effecten genereren door hun bedrijfsactiviteiten", schetst Olivia Rauscher haar idee van duurzaam ondernemen. Hiervoor is het belangrijk om deze effecten te meten en te presenteren. Tot nu toe gebeurde dit vooral met ngo's en in het kader van individuele activiteiten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO), anders rapporteren de meeste bedrijven alleen economische winst, geen sociale winst. Rauscher pleit voor meer: ​​“Dan zou je zien hoe groot de maatschappelijke impact van individuele bedrijfsactiviteiten is. De samenleving kan dan beslissen waar ze meer en waar minder investeert. Op de langere termijn zou dit ons van een meritocratie naar een impactmaatschappij brengen.

Trend of trendomkering?

Het pensioenstelsel kantelt, de werkloosheid staat op een recordhoogte van 9,4 procent of 367.576 personen (maart 2016), de uitdagingen voor de arbeidswereld en het sociale systeem nemen toe. En het lijkt erop dat de staat alleen het niet aankan. De economie kan hier een cruciale rol spelen. Mits de ingezette trendomkering doorzet. Omdat winstmaximalisatie an sich, waar klassieke bedrijven zich tot nu toe op richtten, nog geen maatschappelijke problemen oplost, pleit Judith Pühringer van de koepelorganisatie voor sociale ondernemingen voor een heroverweging: "Als mijn horizon als ondernemer naar de periode dat ik het hoofd van het bedrijf was, dan is een heroverweging moeilijk. Maar als ik denk aan de volgende generatie en die daarna en welke algemene voorwaarden zij zullen aantreffen, dan kan de focus logischerwijs niet liggen op winstmaximalisatie. Dan ben ik aangewezen op samenwerking en duurzaamheid. Dat is de trend, absoluut."

Studie "Sociaal loont"

Het Competentiecentrum voor non-profitorganisaties en sociaal ondernemerschap van de Weense Universiteit voor Economie en Bedrijfskunde heeft een studie uitgevoerd en berekend hoeveel het loont om te investeren in de integratie van kansarme mensen op de arbeidsmarkt. Het resultaat: voor elke geïnvesteerde euro zijn er effecten gelijk aan 2,10 euro. Het uitbesteden van de productie aan sociale ondernemingen in de regio in plaats van aan verre lagelonenlanden is ook een factor die Oostenrijk als vestigingsplaats versterkt. Daarnaast identificeert de studie tal van andere begunstigden van de publieke sector, zoals de arbeidsmarktdienst, het ministerie van Sociale Zaken, de deelstaat Neder-Oostenrijk, de federale overheid, gemeenten, socialezekerheidsinstanties en - last but not least - de bevolking.

Social Business: kan iedereen het?

De wereld beter maken met ondernemend denken en doen moet dus maatschappelijk aanvaardbaarder worden. Dit betekent dat niet alleen kleine bedrijven en idealisten het leuk moeten vinden, maar ook de harde rekenaars van de financiële afdelingen van grote bedrijven. Kan dit werken? “Mijn persoonlijke overtuiging is dat je elk bedrijf kunt runnen als een sociale onderneming. Zelfs degenen die zich in een omgeving met winstmaximalisatie bevinden, kunnen overwegen welke bijdrage zij bijvoorbeeld kunnen leveren aan de integratie van gehandicapten of werklozen en welke bijdrage aan de bescherming van het milieu. Het is niet genoeg om oppervlakkig aan de MVO-schroef te draaien en de resultaten op een marketing-effectieve manier te verkopen. Maar dat vereist een langdurige en serieuze inzet", zegt Pühringer.

Er zijn een aantal goede argumenten voor social business. “Medewerkers die werken in een bedrijf met maatschappelijke meerwaarde zien meer zin in hun werk en zijn gemotiveerder. Aangezien het personeel de sleutel is tot het succes van het bedrijf, zouden de effecten onmiddellijk voelbaar zijn", zegt Judith Pühringer. Olivia Rauscher merkt op dat in andere landen, zoals in Groot-Brittannië, veel overheidssubsidies al gekoppeld zijn aan een sociale impact: "Internationaal is de trend veel sterker merkbaar, in Oostenrijk is het nog maar net begonnen. Bedrijven doen er goed aan om vandaag op de kar om een ​​stapje verder te gaan en hun sociale voordeel als eerste verhuizer te bewijzen. Klanten eisen steeds meer, zie fairtrade producten. En de druk zal alleen maar toenemen.”

Zwart-wit denken is achterhaald

Het belang van social business in de EU is groot, er werken meer dan elf miljoen werknemers, dat is ongeveer zes procent van alle werknemers. Stijgende tendens. In het strategiedocument van de Europese Commissie staat: “Als bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus nemen, kunnen ze blijvend vertrouwen opbouwen bij werknemers, consumenten en burgers in het algemeen als basis voor duurzame bedrijfsmodellen. Meer vertrouwen helpt op zijn beurt om een ​​omgeving te creëren waarin bedrijven innovatief kunnen werken en groeien. winsteenheden die geen winst maken, maar zich richten op sociaal en ecologisch duurzaam gebied. De winst wordt vervolgens dienovereenkomstig herbelegd. Het is tijd om te stoppen met denken in zwart-wit, het is totaal achterhaald."

Werner Pritzl en zijn sociale onderneming werken niet voor winst, twintig procent van de kosten moet hij zelf opbrengen, de rest zijn subsidies. Zijn bedrijf moet ook vruchten afwerpen: "Je kunt het niet overdrijven, als mijn bedrijf niet loont, heb ik niemand goed gedaan. Maar ik ben voor de gulden middenweg. Misschien wat minder dividend voor de aandeelhouders, een paar honderdduizend euro minder voor de CEO's, een paar medewerkers aannemen en iets terugdoen voor de samenleving.”

Geschreven door Jakob Horvat

Laat een bericht achter